
Uit: Stolpersteine Sittard-Geleen
Naam:Rozette Wolff-Koopman
Geboren: 11 oktober 1900 te Amsterdam
Gedeporteerd: 9 april 1943 naar Vught, vandaar in juni 1943 met het kindertransport naar Westerbork, op 31 augustus 1943 naar Auschwitz
Vermoord: 3 september 1943 te Auschwitz
Adres: Landweringstraat 15, Sittard
Familie:
Dochter van Benjamin Koopman en Sara Mok; zus van o.a. Elisabeth Koopman; echtgenote van Herman Wolff; moeder van Isaac en Benjamin Wolff
Achtergrond:
Ro(zette) was lingerienaaister. Ze trouwde in augustus 1927 te Amsterdam met Herman Wolff en vestigde zich met hem in Sittard op de Landweringstraat. Ze werd coupeuse bij 'Weta', de tricotagefabriek die haar man in 1935 oprichtte naast hun huis. Het echtpaar kreeg twee zoontjes, Ies en Bennie. Er woonde verder een dienstbode bij hen in. In 1935 kwamen Rozettes ouders en haar zus met dier dochtertje in Sittard wonen, om de hoek op de Kruisstraat (tegenwoordig Pastoor Jacobsstraat).
In februari 1941 trok de weduwe Stein-Salomon met haar oudste dochter in bij het gezin Wolff-Koopman. In het najaar van 1941 werd bij de familie Wolff de Bar Mitswa van oudste zoon Ies op film vastgelegd, een uniek tijdsdocument, waarbij veel familieleden en ander Sittardse joden in hun huis te gast waren (zie het filmpje). In november 1941 werd Weta onder 'arisch' bewind geplaatst. Ook moest de niet-joodse dienstbode worden ontslagen vanwege een nieuwe verordening. In april 1942 kwam voor haar de 16-jarige Gerta Bihn in de plaats, een halfjoodse kleindochter van Hermans neef Joseph Sassen.
In november 1942 werden zus Lies Koopman en haar dochtertje Sara gedeporteerd. In dezelfde tijd dook de familie Silbernberg-Van der Stam uit de Engelenkampstraat onder, en het bij hun inwonende echtpaar Schwarz-Wihl trok toen in bij het gezin Wolff-Koopman. Ook de ouders van Ro kwamen in februari 1943 op de Landweringstraat wonen, zodat het pand nu elf bewoners telde. Dat was echter van korte duur, want in april 1943 moest iedereen behalve Gerta Bihn op transport naar Vught. Herman en zijn gezin hadden tijdelijk uitstel gekregen omdat Herman voorzitter was van de Joodse Raad in Sittard, maar nu verviel hun "Sperre". Ro en de kinderen gingen in juni 1943 met het zogenoemde kindertransport uit Vught naar Westerbork, en vandaar op 31 augustus naar Auschwitz, waar zij werden vermoord. Herman stierf op een niet nader bekende datum in Auschwitz of omgeving.
---------------------------------------------------------------------------------------
Naam: Herman Wolff
Geboren: 13 november 1896 te Den Helder
Gedeporteerd: 9 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 15 november 1943 naar Auschwitz
Vermoord: 31 januari 1944 te Auschwitz (fictieve datum)
Adres: Landweringstraat 15, Sittard
Familie:
Zoon van wijlen Isaac Wolff en Sophia Silbernberg; echtgenoot van Rozette Koopman; vader van Isaac en Benjamin Wolff
Achtergrond:
Herman Wolff was het enige kind van de winkelier Isaac Wolff uit Boxmeer en Sophia Silbernberg uit Sittard. Hij groeide op in Ophoven op Dorpsstraat 28 en werd kleermaker. In 1926 vertrok hij met zijn ouders naar Amsterdam, waar hij in augustus 1927 trouwde met Rozette. Ze vestigden zich vervolgens in Sittard op Landweringstraat 4 (later omgenummerd naar 15), en kregen twee zoontjes, Ies en Bennie. Herman werd bedrijfsleider en eigenaar van de lokale tricotagefabriek 'Weta' (Weverij En Tricotage Atelier), gevestigd op Landweringstraat 17b, naast hun huis. Dit bedrijf had hij in januari 1935 opgericht samen met vennoot Joseph Saile uit Rottenburg (Württemberg). Saile was wever van beroep en woonde van 1933 tot zijn huwelijk in 1940 op Kruisstraat 13 als kostganger bij de weduwe Zeligman. In november 1941 moest Herman uittreden en werd Weta door de bezetters onder een 'arische' bewindvoerder gesteld. Saile moest begin 1942 in dienst gaan bij de Wehrmacht.
In het najaar van 1941 werd bij de familie Wolff de Bar Mitswa van oudste zoon Ies op film vastgelegd, een uniek tijdsdocument, waarbij veel familieleden en ander Sittardse joden in hun huis te gast waren (zie het filmpje). Dit is het enige bekende beeldmateriaal van het gezin Wolff.
Een jaar later werd bijna de gehele gemeenschap gedeporteerd. Herman en zijn gezin hadden uitstel gekregen omdat hij voorzitter was van de Joodse Raad in Sittard, maar in april 1943 moesten ook zij op transport naar Vught. Rozette en de kinderen gingen in juni 1943 met het zogenoemde kindertransport verder naar Westerbork, vanwaar ze eind augustus naar Auschwitz werden gedeporteerd en vermoord. Herman moest op 15 november 1943 eveneens op de trein naar Auschwitz, en stierf op een niet nader bekende datum in Auschwitz of omgeving.
Bij het gezin hadden nog zeven personen ingewoond, die buiten de ('half-joodse') dienstmeid eveneens gedeporteerd werden: in februari 1941 was de weduwe Stein-Salomon met haar oudste dochter bij hen komen wonen, in november 1942 het echtpaar Schwarz-Wihl, en in februari 1943 de ouders van Rozette. Geen van hen overleefde.